Sjef was 75 jaar toen hij in 2015 na een ziekbed van ruim tien jaar overleed. Zijn vrouw Nelly Janse-van Vugt had al die tijd met liefde voor hem gezorgd. ‘Na een periode die als een waas aan me voorbij ging, voelde ik me zinloos en overbodig. Via mijn kleindochter die werkzaam is bij Algemeen Maatschappelijk Werk Midden-Limburg werd ik aangemeld voor een gespreksgroep rouwverwerking. Dat heeft me veel goeds gebracht. Ik wil weer iets doen met mijn leven.’

‘Sjef en ik waren ruim 53 jaar getrouwd toen hij stierf. Na zijn dood had ik lange tijd een gevoel dat lijkt op heimwee. Maar bij mijn diepere emoties kwam ik niet. Toen dit wél gebeurde, voelde ik me boos en verdrietig. Ik stelde mezelf de vraag: ‘Wat nu?’

‘IK HAD HET GEVOEL ME GROOT TE MOETEN HOUDEN’

Nelly had het gevoel niet meer wakker te willen worden na een nacht slaap. ‘Want ik had nauwelijks zingeving. Ik besefte opeens dat ik niemands nummer één meer ben. Mijn kinderen zijn volwassen, ik hoef niet meer voor ze te zorgen. Begrijp me niet verkeerd, dat is logisch en goed. Ik weet ook dat mijn kinderen en kleinkinderen veel om me geven. Maar toch, ik voelde me verloren. En ik vond er niks meer aan, het leven.’

De kleindochter van Nelly, werkzaam als maatschappelijk werker bij Algemeen Maatschappelijk Werk Midden-Limburg, had haar oma al geattendeerd op de gespreksgroep rouwverwerking. ‘Ik belde haar op een dag en toevallig was ze aan het werk. Ze meldde me meteen aan voor de bijeenkomsten’

Deelnemen aan de gespreksgroep was aanvankelijk best lastig voor Nelly. ‘Ik was gewend altijd alles te regelen rondom ons gezin. Ik onderhield ook onze sociale contacten. Ik was een sterke vrouw en had het gevoel me groot te moeten houden.’

ZWEMMEN EN FIETSEN

Na de eerste groepsbijeenkomst veranderde Nelly van mening. ‘Met een club van negen mensen die worstelen met een rouwproces komen we bij elkaar. We doen oefeningen en praten veel. Over het verleden, het heden én de toekomst. Ik voel zóveel herkenning en vooral ook erkenning van lotgenoten. Natuurlijk heb ik nog mijn moeilijke momenten, maar ik wil weer iets dóen met mijn leven. Zo ben ik via welzijnsorganisatie Wel.kom gekoppeld aan een zogenoemd ‘maatje op maat’. En in de zomer ga ik lekker zwemmen en fietsen. Misschien wel met één van de dames die ik tijdens de bijeenkomsten ontmoet heb.’