“Wij zijn slechts passanten in het leven van cliënten; het doel is hen in de eigen kracht te zetten”

Romy van de Winkel biedt als jeugd en gezinswerker bij het Centrum voor Jeugd en Gezin opvoedondersteuning voor ouders van kinderen van 0 tot 18 jaar, in de breedste zin van het woord: “Geen dag is hetzelfde. Van vragen over bedplassen tot huiselijk geweld en schulden… De ernst en complexiteit van de problematiek varieert behoorlijk. Dat maakt mijn werk heel interessant.”

“Vanaf de start van het CJG-ML is het gedachtengoed één gezin één plan (1G1P) geïntroduceerd. Kortgezegd houdt dat in dat we in nauw, persoonlijk contact met cliënten werken, waarbij zij daarbij – begeleid – hun eigen doelen bepalen. Het idee is dat mensen daardoor meer gemotiveerd zijn om hun problemen aan te pakken. Intussen zijn we heel actief met deze manier van werken aan de slag; de meeste sociale instanties ondertekenden een convenant met de gemeente, waarin we hebben vastgelegd allemaal op dezelfde manier te werken.”

Interne uitdaging
“Hoewel het in theorie misschien logisch lijkt om gezamenlijk met cliënten tot een doel en plan te komen, is het in de praktijk niet altijd eenvoudig. Want ook bij urgente problemen moet je blijven aansluiten bij het tempo van de cliënt. En de zorgen die sociale instanties ervaren sluiten niet altijd aan bij wat mensen zelf belangrijk vinden. Een school zal bijvoorbeeld graag willen dat een kind iedere dag op tijd gebracht wordt, terwijl het voor ouders van veel groter belang is dat ze het thuis goed geregeld krijgen. Het komt ook voor dat mensen niet met bepaalde instanties om tafel willen. De interne uitdaging is om dan de verleiding te weerstaan om zonder de cliënt te overleggen. Juist het in gesprek blijven, je tempo aanpassen aan de cliënt en transparant zijn, leidt tot vertrouwen en motiveert mensen.”

Alles bespreekbaar
“Om de uitdagingen het hoofd te bieden is een drietal workshops voor collega’s ontwikkeld. Hierin staan een eenduidige werkwijze, het belang van transparantie en de intrinsieke motivatie van cliënten centraal. Dat houdt in dat in principe alles in openheid besproken wordt; ook de moeilijkste boodschappen. Het is in sommige gevallen helaas nu eenmaal nodig om bijvoorbeeld de Raad voor de Kinderbescherming in te schakelen. Mensen zitten daar natuurlijk niet op te wachten. Mijn ervaring is dat als je bespreekt wat je waarneemt en duidelijk bent over de urgentie, mensen dit wel begrijpen, ook al vinden ze de boodschap moeilijk.”

100% waard
“Onze werkwijze vraagt een behoorlijke tijdsinvestering per cliënt. En brengt soms ook de nodige frustratie met zich mee. Maar voor mij is dit het 100% waard. Zoals een collega ooit zei: wij zijn slechts passanten in het leven van cliënten. Zij moeten er uiteindelijk zelf – met behulp van het eigen netwerk – iets van maken. Of het doel nu is om een kind terug thuis te krijgen, of om volledig zonder hulpverlening verder te kunnen. Door mensen in hun eigen kracht te zetten help je hen om zelf doelen te realiseren.”