Zowel AMW-ML als CJG-ML werken intensief samen met Veilig Thuis Noord- en Midden-Limburg (NML), het centrale advies- en meldpunt bij (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling. Met elkaar werken ze voortdurend aan verbetering van de kwaliteit van hun werk. Leidraad hierin is de Visie gefaseerd samenwerken aan veiligheid.

veilig thuis

Ons land telt 26 regionale Veilig-Thuisorganisaties, verenigd in het Landelijk Netwerk Veilig Thuis (LNVT). Hun vijf wettelijke taken zijn: advies geven, meldingen in ontvangst nemen, onderzoek doen of er daadwerkelijk sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling, zo nodig vervolgstappen in gang zetten (overdracht naar vrijwillige hulp, informeren van de Raad voor de Kinderbescherming en/of melding doen bij de politie) en terugkoppelen aan de melder. Naast het doorbreken van onveilige situaties zorgt Veilig Thuis als centrale hub voor afstemming tussen alle samenwerkingspartners.

“Onze samenwerkingsafspraken gaan vooral om een eenduidige manier van zaken overdragen,” vertelt Michelle Vrancken, manager Veilig Thuis Noord- en Midden-Limburg.

Vaak gebeurt er zoveel binnen een gezin waar de veiligheid in het geding is, dat één professional dat niet allemaal kan overzien. De situaties zijn ingewikkeld en er is veel gaande. Daarvoor is het nodig dat problemen gezamenlijk worden aangepakt. Dat vraagt om samenwerking over organisaties en over sectoren heen; zorg, civiel, straf, bestuur. De Visie gefaseerd samenwerken aan veiligheid (ook Visie gefaseerde ketenzorg genoemd) is hierin een belangrijke leidraad. Ze richt zich op alle professionals die in hun werk te maken krijgen met gezinnen en huishoudens waar de veiligheid structureel in het geding is. De samenwerkingsafspraken tussen Veilig Thuis NML en AMW-ML en CJG-ML liggen in lijn van deze visie.

EENDUIDIGE WERKWIJZE

“Onze samenwerkingsafspraken gaan vooral om een eenduidige manier van zaken overdragen,” vertelt Michelle Vrancken, manager Veilig Thuis Noord- en Midden-Limburg. Er werken altijd meerdere partijen met een gezin. Het gaat om de regierollen van die betrokkenen: op welk moment en op welke manier wordt een casus aan wie overgedragen. Want dat is wat we willen: met elkaar het beste resultaat behalen en zo goed mogelijk samenwerken om situaties veilig te krijgen.”

 

WERKEN MET DE MELDCODE

In het contact tussen AMW-ML en CJG-ML met Veilig Thuis is de meldcode bepalend: het wettelijk (op basis van de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling) vastgelegd afwegingskader voor alle beroepsgroepen die werken met mensen. Feitelijk een concreet stappenplan waarin staat hoe bijvoorbeeld een huisarts, leerkracht of hulpverlener moet omgaan met het signaleren en melden van (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling. Iedere organisatie die werkt met ouders en/of kinderen moet een eigen meldcode ontwikkelen. De basis daarvoor zijn vijf stappen: het in kaart brengen van signalen, overleggen met een collega (en eventueel Veilig Thuis raadplegen), gesprek met de betrokkene(n), wegen van het probleem en beslissen over het organiseren en melden van hulp.

Michelle: Het is een professionele norm om melding te doen bij Veilig Thuis als er vermoedens zijn van acute en structurele onveiligheid. In 2019 zijn de laatste twee stappen van de meldcode aangescherpt. Beroepskrachten móeten melden bij Veilig Thuis als ze signaleren of vermoeden dat iets niet in de haak is. Eerder mochten ze zelf afwegen of en wanneer ze dat deden.

VERKEERSTOREN

Bij Veilig Thuis komen de signalen van alle betrokken professionals binnen. We zijn de verkeerstoren, met radarfunctie. Als wij meerdere signalen tegelijk binnenkrijgen, dan is dat een indicatie dat een situatie onveilig blijft en we moeten opschalen.

Toezicht Sociaal Domein (TSD) onderzocht in 2018 de hulpverlening van lokale netwerken aan gezinnen waar sprake was van huiselijk geweld en/of kindermishandeling. In deze gezinnen speelden ernstige veiligheidsrisico’s. Het onderzoek liet zien dat veiligheidsrisico’s vaak uit beeld raakten na overdracht van het gezin door Veilig Thuis aan het lokale netwerk. Mede op basis van de bevindingen van dit onderzoek zijn samenwerkingsafspraken de afgelopen jaren verder aangescherpt, aldus Michelle.

INFORMATIE DELEN

Niet alleen werken we steeds eerder en beter samen, ook wordt informatie centraal vastgelegd. Dat is nuttig voor alle betrokken partijen: relevante informatie staat overzichtelijk bij elkaar op een plek. Een meerwaarde voor AMW-ML en CJG-ML is dat ze kunnen putten uit de schat aan informatie waarover Veilig Thuis beschikt. Structurele informatieoverdracht is er op meerdere levels: naast dagelijks casuïstiek contact is er periodiek overleg tussen de medewerkers, de gedragswetenschappers en de managers van onze organisaties.  

Ook onze onderzoeksrol is betekenisvol. In het gros van de zaken is er naast huiselijk geweld ook sprake van andere problemen, zoals schulden, verslaving of verstandelijke beperkingen. Soms zijn mensen daar niet open over. Veilig Thuis beschikt over bijzondere bevoegdheden om verder onderzoek te doen en heeft ruime interventiemogelijkheden ter beschikking. Hierdoor kunnen we samen met onze partners de lijnen beter uitzetten.

PARALLEL WERKEN

Waar het om gaat is dat alle Limburgse ketenpartners de Visie gefaseerd samenwerken aan veiligheid omarmd hebben en de uitgangspunten borgen in hun werkwijzen en onderlinge samenwerking. Het is belangrijk dat we hetzelfde denken over veiligheid, risico´s en herstel. Daarom investeren alle partners in deskundigheidsbevordering. Zo sorteren we samen vóór op parallel werken in plaats van achter elkaar werken.